Achtergrond: totale claviculectomie is gebruikt voor de behandeling van tumor, infectie, nonunion en vasculaire compromis. Gezien de beperkte indicaties, zijn er weinig rapporten over de uitkomst na claviculectomie. Het doel van deze studie was de functie van de schouder te evalueren, met behulp van een modern scoresysteem, na volledige claviculectomie.
methoden: Een retrospectieve beoordeling van de gegevens van zes patiënten die unilaterale claviculectomie hadden ondergaan werd uitgevoerd na een gemiddelde follow-upduur van 5,7 jaar. De indicatie voor een operatie was een infectie op de plaats van een claviculaire nonunion voor drie patiënten, nonunion met subclavia ader compressie voor twee, en pijn na een mislukte mediale claviculaire excisie voor één. De preoperatieve en postoperatieve evaluaties omvatten het testen van het bewegingsbereik, de sterkte en de stabiliteit en het bepalen van de Amerikaanse schouder-en Elleboogscore op basis van een functionele vragenlijst.
resultaten: het bewegingsbereik was licht of onveranderd verbeterd na claviculectomie. De gemiddelde score voor Amerikaanse schouder-en Elleboogchirurgen Verbeterde van 18 (bereik, 5 tot 35) preoperatief tot 88 (bereik, 75 tot 95) postoperatief. Het gemiddelde pijnniveau (waarbij 0 geen pijn aangeeft en 10 de ergste pijn) daalde van 9,5 preoperatief naar 1.5 postoperatief. Postoperatief toonden sterktetests verbetering van graad 4 – (van 5) tot 5 in alle geteste vlakken behalve de uitbreiding (waarin het op graad 4 bleef). De tevredenheid van de patiënt was hoog, met een gemiddelde van 9,0 op een schaal van 10 punten. Er waren vijf complicaties, waaronder één subclavian Vene scheur die vasculaire reparatie nodig had, twee diepe infecties en twee oppervlakkige infecties.
conclusies: ondanks een hoge mate van complicatie waren de functionele resultaten na claviculectomie goed in deze groep van zes patiënten. Totale claviculectomie kan een nuttige berging procedure voor klinische situaties waarin het herstel van de normale claviculaire osseous anatomie onmogelijk is. Patiënten kunnen aanvaardbare pijnverlichting verwachten en weinig of geen tekorten in de activiteiten van het dagelijks leven.
bewijsniveau: therapeutisch niveau IV.