deze studie werd uitgevoerd om te verduidelijken hoe we de noodzaak van een nauwgezette follow – up in elk geval moeten beoordelen, wanneer we voor het eerst een zuigeling met enkel clonus binnen het eerste levensjaar onderzoeken. De neurologische prognoses van 169 zuigelingen die ten minste eenmaal in het eerste levensjaar enkelklonus hadden vertoond, werden beoordeeld in relatie tot de leeftijd bij onderzoek voor positieve respons, mate van respons en naast elkaar bestaande neurologische tekenen anders dan enkelklonus. Zevenennegentig van hen (57,4%) waren normaal, terwijl de rest uiteenlopende pathologische resultaten had: cerebrale parese in 49, mentale retardatie in 12, borderline intelligentie in 9 en motorische vertraging in 2. De neurologische prognoses bij zuigelingen van wie de enkelclonus meer dan tien slagen bedroeg op elke leeftijd binnen het eerste levensjaar, en tien of minder slagen ouder dan 8 maanden waren altijd abnormaal. Bij de proefpersonen bij wie andere neurologische symptomen dan enkelklonus binnen de leeftijd van 4 maanden optraden en na de leeftijd van 5 maanden aanhielden, waren de prognoses over het algemeen slecht. Bij zuigelingen met dergelijke bevindingen moet hun klinische kuren nauwkeurig worden gecontroleerd op de mogelijke ontwikkeling van neurologische afwijkingen.