Triglycerideconcentratie in lichaamsvocht is gecorreleerd aan de aanwezigheid van chylomicrons en kan nuttig zijn bij het diagnosticeren van chylous-effusie of het onderscheiden van pseudochylous-effusie.(1) Chylous effusies worden gekenmerkt door de aanwezigheid van chyle die chylomicrons bevat die door het lymfatische systeem circuleren. Pseudochylous effusies hebben geen chylomicrons. Deze vloeistoffen hebben een melkachtig uiterlijk en kunnen worden verward met chylous effusies. Terwijl chylous effusions vaak opgeheven triglycerideconcentraties en verminderde cholesterolconcentraties hebben, wordt de identificatie van chylomicrons beschouwd als de gouden standaard voor de diagnose.
pleurale vloeistof:
Chylothorax is de naam die wordt gegeven aan pleurale effusies die chylomicrons bevatten. Ze ontwikkelen zich wanneer chyle zich ophoopt van verstoring van het lymfestelsel, vaak de thoracale buis, voornamelijk veroorzaakt door maligniteit of trauma.(1) lymfe bevat chylomicron rijke chyle gekenmerkt door hoge concentraties triglyceriden. Pseudochylous effusies zijn de naam die wordt gegeven aan melkachtige verschijnende effusies die geen lymfatische inhoud bevatten maar eerder geleidelijk door de afbraak van cellulaire lipiden in langdurige effusies zoals reumatoïde pleuritis, tuberculose, of myxoedema vormen en per definitie het effluent bevat hoge concentraties cholesterol.(2) de differentiatie van pseudochylothorax van chylothorax is belangrijk aangezien hun melkachtige of opalescent verschijning gelijkaardig is, nochtans verschillen de therapeutische beheerstrategieën.
peritoneale vloeistof:
Chylous ascites is de naam die wordt gegeven aan peritoneale effusies die chylomicrons bevatten. Obstructie van lymfe stroom waardoor lekkage van verwijde subserosale lymphatics, exsudatie door de wanden van retroperitoneale megalymphatics, en directe lekkage van chyle als gevolg van een lymfoperitoneale fistel zijn voorgesteld als mogelijke mechanismen waardoor chylous ascites.(3) de opgeheven triglycerideconcentraties hebben de beste correlatie met opsporing van chylomicrons, terwijl cholesterol niet nuttig bij het voorspellen van de aanwezigheid of afwezigheid van chylomicrons is.