Chimeras – organismen die zijn samengesteld uit cellen van meer dan één genotype – veroverden de menselijke verbeelding lang voordat ze formeel werden beschreven en gebruikt in het laboratorium. Deze organismen danken hun naamgenoot aan een vuurspuwend monster uit de Griekse mythologie dat de kop van een leeuw, het lichaam van een geit en de staart van een slang heeft. De eerste beschrijving van een niet-fictieve chimera dateert uit het midden van de zeventiende eeuw, toen de Florentijnse tuinman Pietro Nati een toevallige scheut ontdekte die groeide uit de entverbinding tussen zure sinaasappel (Citrus aurantium) en citron (Citrus medica). Deze verbijsterende chimera die groeit met sectoren die fenotypisch lijken op elk van de citrus stamvaders inspireerde discussie en verwondering uit de wetenschappelijke gemeenschap en werd passend de ‘Bizzaria’genoemd. Aanvankelijk werd aangenomen dat de’ Bizzaria ‘een aseksuele hybride was die werd gevormd door een cellulaire fusie tussen de geënte ouders; echter, diepgaande cellulaire analyses die eeuwen later werden uitgevoerd, toonden aan dat de’ Bizzaria’, samen met andere chimera ‘ s, hun unieke uiterlijk te danken hebben aan een conglomeraat van cellen van de twee donoren. Sinds deze cruciale ontdekking aan het begin van de twintigste eeuw, hebben chimeras zowel als hulpmiddelen als als unieke biologische fenomenen gediend die hebben bijgedragen aan ons begrip van plantontwikkeling op cellulair, weefsel, en organismaalniveau. De snelle vooruitgang in genoom die technologieën rangschikken heeft de vestiging van nieuwe modelspecies met nieuwe morfologische en ontwikkelingseigenschappen toegelaten die de generatie van chimeric organismen toelaten. In dit overzicht laten we zien dat genetische mozaïek-en chimera-studies een technologisch eenvoudige manier bieden om zich te verdiepen in de organisatorische, genetische en genomische innerlijke werking die ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van diverse modelorganismen. Bovendien bespreken we de unieke kans die chimera ‘ s bieden om universele principes te verkennen voor intercellulaire communicatie en de coördinatie van de organismale biologie in een heterogenomisch landschap.