Indeling van Bloedgroepantilichamen als ß2M-Of γ-globuline | Anne Marie

Abstract

dertig geselecteerde bloedgroepantilichamen (met uitzondering van anti-A en anti-B) zijn ingedeeld als ß2M-(19S γ)-globuline, γ (7S γ)-globuline of mengsels, volgens de volgende drie methoden: fractionering op een kolom van DEAE-cellulose; indirecte anti-globulinetests met specifieke anti-ß2M-globuline en anti-γ-globulinesera; en behandeling met 2-mercapto-ethanol. Op enkele kleine uitzonderingen na waren de met de drie methoden verkregen resultaten in overeenstemming.

de meeste bloedgroepantilichamen in de le -, MNSs-en P-systemen blijken `van nature’ voor te komen en deze bleken ß2M-globuline te zijn. De antilichamen van de bloedgroep binnen de systemen Rh, K en Jk, die na een antigene stimulus waren ontstaan, waren gewoonlijk γ globuline maar waren af en toe ß2M globuline.

uit ß2M-globuline samengestelde antilichamen gedragen zich gewoonlijk als agglutininen, maar kunnen zich als onvolledige antilichamen gedragen (bv. enkele voorbeelden van anti-Jka); omgekeerd gedragen antilichamen die uit γ-globuline zijn samengesteld zich gewoonlijk als onvolledige antilichamen, maar kunnen zich als agglutininen gedragen (bv. een voorbeeld van anti-M).

het vermogen om complement te binden lijkt meer verband te houden met de bloedgroep-specificiteit van het specifieke antilichaam dan met zijn moleculaire grootte. Bijvoorbeeld, anti-Jka, wanneer samengesteld hetzij uit γ Of ß2M globuline, lijkt onveranderlijk complement te binden, terwijl krachtige anti-M of anti-Rh, ongeacht of samengesteld uit γ Of ß2M globuline, geen complement binden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.