patiënt 2
een blanke man van 73 jaar werd verwezen naar een asymptomatische linker corneale/conjunctivale massa. Er was geen geschiedenis van huidkanker, maar er was een lange geschiedenis van blootstelling aan de zon. De beste gecorrigeerde gezichtsscherpte was 20/50 in beide ogen. Spleetlamp onderzoek toonde een verhoogde, gelatineuze conjunctivale / corneale laesie met feeder vaten die zich uitstrekken 150 graden langs de limbus (fig.2A2A).). Een biopsie toonde matige tot ernstige dysplasie aan. De patiënt werd vier keer per dag behandeld met INFa-2b (1 miljoen eenheden/ml) na plaatsing van punctale pluggen in het bovenste en onderste deksel. De laesie verdween na 84 dagen (fig.2B2B).). Na 3 maanden behandeling werd geen recidief waargenomen.
patiënt 2. A) klinisch optreden van CIN vóór de behandeling. (B) volledige regressie van CIN met topische INFa-2b 84 dagen na behandeling.
traditionele therapie voor CIN heeft brede chirurgische excisies met adjuvante cryotherapie, β straling, mitomycine C, en 5-fluorouracil betrokken. Al deze behandelingen kunnen oculaire oppervlakte ontsteking, limbale stamcel deficiëntie, en epitheliopathie veroorzaken. Combinatietherapie van intralesionale / subconjunctivale injecties en topische toepassing van interferon behandelt effectief CIN.Echter, gevaarlijk interferon heeft systemische bijwerkingen waaronder voorbijgaande koorts en myalgieën; daarom heeft topische therapie de voorkeur.4,5 hoewel de vermoedelijke behandeling van CIN met topisch IFNa-2b goede resultaten heeft aangetoond, is er voor zover bekend slechts één reeks gevallen van regressie van biopsie bewezen primaire en recidiverende CIN met behandeling met IFNa2b.4,5
hier melden we behandeling van Cin met INFa-2b die zeer goed werd verdragen en minimale bijwerkingen had. Bij ongeveer $US300 per behandeling kost INFa-2b respectievelijk drie en twee keer meer dan 5-fluorouracil en mitomycine C. Echter, de verbeterde veiligheid en verminderde bijwerkingen moeten de extra kosten te compenseren. Concluderend, biedt actuele INFa-2b een efficiënt alternatief voor de behandeling van primair CIN aan. Grotere populatiestudies met langere follow-up zouden het risico op bijwerkingen of herhaling beter kunnen beoordelen.