kyfose wordt gedefinieerd als een voorste concaviteit spinale kromming. In het sagittale vlak heeft de wervelkolom een fysiologische opeenvolging van harmonieuze krommingen in tegengestelde richtingen: cervicale lordose, thoracale kyfose, lumbale lordose. Deze krommingen vormen tijdens de groei, en hun amplitudes variëren van persoon tot persoon. Voor elke persoon is de sagittale balans van de wervelkolom het resultaat van een combinatie van krommingen die leiden tot een “economische” houding die fysiologisch wordt genoemd. Kyfose wordt geclassificeerd als pathologisch na een nauwkeurige klinische analyse van deformatie rekening houdend met de voorgeschiedenis van de patiënt, frequente populatievariabiliteit en meerdere psychologische of sociale factoren. Pathologische kyfose kan worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen. Regelmatige kyfose breidt zich harmonieus uit over meerdere wervels. Het “pathologische” karakter is gebaseerd op de grootte van de kromming, de stijfheid, de evolutie of de locatie in een segment van de wervelkolom dat meestal lordosis presenteert. Hoekige kyfose vormt zich in een klein aantal wervels. Ze hebben de neiging om grote en stijve vervormingen waarvan het “pathologische” karakter onbetwistbaar is. Meerdere oorzaken, aangeboren of verworven, zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van pathologische spinale kyfose. De analyse van de vervorming en de kennis van de natuurlijke geschiedenis zijn de onmisbare voorwaarde voor elk therapeutisch project. De belangrijkste diagnostische en therapeutische stappen voor elk van de meest voorkomende oorzaken van pathologische kyfose worden samengevat en geanalyseerd.