doelstellingen: het doel van dit werk was het lopen vermogen bij kinderen met cerebrale parese te beschrijven uit de Surveillance van cerebrale parese in Europe common database gedurende 21 jaar en het verband tussen lopen vermogen en voorspellende factoren te onderzoeken.
patiënten en methoden: anonieme gegevens over 10042 kinderen met hersenverlamming geboren tussen 1976 en 1996 werden verzameld in 14 Europese centra; 9012 patiënten kwamen in aanmerking voor de analyses.
resultaten: lopen zonder hulp als de primaire manier van lopen op de leeftijd van 5 jaar werd gemeld voor 54%, lopen met hulpmiddelen werd gemeld voor 16%, en geen lopen vermogen werd gemeld voor 30%. Het percentage kinderen dat niet kon lopen was in de loop van de tijd in alle centra vrij stabiel, met een gemiddeld percentage van 28%. Lopen vermogen significant gerelateerd aan cerebrale parese types, dat wil zeggen, spastische unilaterale, spastische bilaterale, dyskinetische, en ataxische cerebrale parese, evenals IQ-niveau, actieve epilepsie, en ernstige visuele en gehoorstoornissen. Ernstige hersenverlamming, gedefinieerd als zowel het onvermogen om te lopen als een IQ van <50, was aanwezig bij 20% van de proefpersonen. Logistische regressie toonde aan dat intellectuele capaciteit de variabele was die het meest geassocieerd werd met het lopen in alle 4 van de cerebrale parese types. De aanwezigheid van een ernstige intellectuele stoornis verhoogde het risico om 56 keer niet te kunnen lopen als het kind unilaterale spastische cerebrale parese had en 9 keer als het kind bilaterale spastische cerebrale parese had.
conclusies: de Collaboration Surveillance of Cerebral Palsy in Europe biedt een krachtig middel om trends in cerebral palsy en de functionele gevolgen ervan te volgen. Het percentage nonwalking bij kinderen met hersenverlamming lijkt in de loop der jaren en in de centra vrij stabiel te zijn, ondanks de veranderingen die zich in de neonatale zorg in heel Europa hebben voorgedaan. Zoals bekend en ook aangetoond in deze studie, lopen vermogen sterk gevarieerd met cerebrale parese type. Extra beperkingen, evenals de aanwezigheid van epilepsie, gecorreleerd aanzienlijk met het lopen vermogen en, dus, het lopen vermogen kan een indicator van de totale handicap belasting.