kaneel is een kruid dat niet iedereen leuk vindt. Het heeft een smaak die moeilijk te definiëren is: zoet maar met een bittere, scherpe en onmiskenbare afdronk die de smaken van voedsel verbetert. Het is een specerij die correct gedoseerd moet worden, maar die vaak gebruikt moet worden omdat het veel heilzame eigenschappen heeft.
Ten eerste, het is zeer hoog in antioxidanten, het is een antibacterieel, krampstillend en vermifuge ingrediënt; het desinfecteert de darmen, stimuleert de spijsvertering, tones je lichaam en pakt de griep. Bij gebruik in gekookt voedsel bevordert het het behoud van vetten en verbetert de voedingseigenschappen van voedsel.
een halve theelepel per dag helpt om diabetes, cholesterol en triglyceriden onder controle te krijgen. Onderzoekers van het Amerikaanse Department of Agriculture and Human Nutrition Research Center in Beltsville, Maryland gaven een groep mensen die lijden aan diabetes een appel-en kaneelcake en ontdekten tegen de verwachting in dat, dankzij deze specerij, de hoeveelheid glucose was opgenomen. Twee of drie gram kaneelpoeder met voedsel helpen de bloedsuikerspiegel met 20% te verlagen en de “slechte” cholesterol en triglyceriden respectievelijk met 27 en 30% te verlagen.
bij de aankoop van deze specerij is het raadzaam om kaneelstokjes te kiezen die indien nodig fijngemaakt moeten worden: kaneelpoeder kan een deel van zijn aroma verloren hebben. Bij het koken kan het worden gebruikt om vele soorten maaltijden te bereiden: snoepjes, smoothies, crèmes, fruitsalades, warme dranken met wijn, geroosterd vlees, hartige gerechten met curry en kruidige koffie. Een tip: kauwen op een stokje kaneel na de maaltijd maakt tanden wit.