de sequentiële isolatie van klonen die overlappende restrictiefragmenten dragen om een segment van chromosoom dat groter is dan kan worden gedragen in een faag of een kosmische vector overspannen. De techniek is over het algemeen nodig om een locus van belang te isoleren waarvoor geen sonde beschikbaar is maar waarvan bekend is dat het verbonden is met een gen dat is geà dentificeerd en gekloond. Deze sonde wordt gebruikt om een genoombibliotheek te screenen. Dientengevolge, kunnen alle fragmenten die het teller gen bevatten worden geselecteerd en gerangschikt. De fragmenten worden dan uitgelijnd, en die segmenten verst van het teller gen in beide richtingen worden gesubcloneerd voor de volgende stap. Deze sondes worden gebruikt om de genoombibliotheek opnieuw te screenen om nieuwe verzamelingen van overlappende opeenvolgingen te selecteren. Aangezien het proces wordt herhaald, worden de nucleotideopeenvolgingen van gebieden verder en verder weg van het teller gen geà dentificeerd, en uiteindelijk zal de plaats van belang worden ontmoet. Als een chromosomale aberratie beschikbaar is die een bepaald gen verschuift dat als moleculaire teller kan dienen naar een andere positie op het chromosoom of naar een ander chromosoom, dan kan de chromosoomgang naar een andere positie in het genoom worden verschoven. Het gebruik van chromosoomafwijkingen in experimenten van dit type wordt bedoeld als chromosoom springen. Zie chronologie, 1978, Bender, Spierer, en Hogness.