op 25 September 1996 diende Duitsland een verwijzingsverzoek in voor chlormezanon overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn 75/319/EEG van de Raad, zoals gewijzigd. Duitsland heeft het CPMP verzocht”advies uit te brengen over de vraag of er een ongunstige baten/risicoverhouding voor chloormezanon bestaat in de indicatie waar het in de EU het meest wordt gebruikt, namelijk pijn in de onderrug met spiercontractuur”.
volgens het advies van het CPMP van 22 januari 1997 werd de afweging van de voordelen en risico ‘ s van chloormezanonbevattende verbindingen als ongunstig beschouwd en heeft het Comité de intrekking aanbevolen van de vergunningen voor het in de handel brengen van alle chloormezanonbevattende geneesmiddelen.Sommige houders van de vergunning voor het in de handel brengen van chlormezanone hebben beroep aangetekend tegen het advies en op 21 maart 1997 werden gronden voor beroep ingediend.Op 14 mei 1997 nam het CPMP, na de gronden voor beroep te hebben onderzocht, een definitief advies aan waarin de conclusies van het advies van 22 januari 1997 werden gehandhaafd.
een kopie van het definitieve advies voor chloormezanon is te vinden op Internet, samen met Bijlage C, waarin de wetenschappelijke conclusies zijn opgenomen. Vertalingen van het advies en bijlage C zijn ook beschikbaar op Internet in het Frans, Duits en Spaans.Het definitieve advies werd op 27 augustus 1997 omgezet in een besluit van de Europese Commissie.