Charles Chauncy was de achterkleinzoon van Charles Chauncy, tweede president van Harvard College. De jonge Charles werd geboren en opgeleid in Boston. Hij studeerde af aan Harvard in 1721 en behaalde daar zijn masterdiploma in 1724. In 1727 werd hij benoemd tot minister van de eerste kerk in Boston en diende hij 60 jaar in deze prestigieuze positie. In 1727 huwde hij met de eerste van drie vrouwen, Elizabeth First; in 1738 huwde hij met Elizabeth Townsend; en in 1760 Mary Stoddard. Hij was een serieus, ijverig persoon en een energieke geleerde van religie en de Bijbel.Chauncy werd de grootste criticus van The Great Awakening. In 1741 gaf hij een lezing die opmerkelijk dicht in de geest van de New England prediker Jonathan Edwards, maar een jaar later preekte Chauncy tegen de opwekkingen. Zijn seizoensgebonden gedachten over de staat van religie (1743) is een zorgvuldig gebouwde verhandeling tegen religieus enthousiasme. Uitgebreid verwijzend naar de Bijbel, presenteerde hij de grote ontwaking als een tijd van op hol geslagen emotionalisme, geestelijke trots, waanideeën en wanorde. Toen George Whitefield, de grote Engelse evangelist, in 1744 naar New England terugkeerde, was hij noch op Harvard, noch op Yale welkom, en Chauncy, een lid van de Harvard Board of Overseers, koos dit moment om een excoriatie van Whitefield en het ontwaken te prediken.Hoewel Chauncy zichzelf als een Calvinist beschouwde, herinterpreteerde hij het Calvinisme op verschillende belangrijke punten, waarbij hij afstand nam van de opvattingen van zijn meer orthodoxe tijdgenoten. Hij preekte tegen een Anglicaanse vestiging in de koloniën. Chauncy zag de rede als de essentie van” ons karakter als mensen ” en geloofde dat het zou helpen om een persoon naar verlossing te leiden. Het contrast tussen geloof en werken als tegenpolen was volgens hem te veel benadrukt.Chuncy ‘ s geloof in de essentiële betrouwbaarheid van gezond verstand, zelfs in de niet-verlosten, kwam voort uit zijn vertrouwen in de welwillendheid van de Godheid. Hij was van mening dat de dood van Christus noodzakelijk was voor de redding van de mens, niet om een wraakzuchtige God te sussen, maar omdat deze catastrofale gebeurtenis zondaars wakker maakte voor Gods gezag. Chauncy vond dat Christus niet stierf om een paar uitverkorenen te verlossen, maar om de hele mensheid te redden, en dat de erfzonde geen toegerekende toestand was, maar slechts een aangeboren neiging. Hij evolueerde geleidelijk naar universalisme en het concept van God als de enige monarch van het universum in plaats van de drie persoon God van het Calvinisme. Deze thema ‘ s zijn de basis van zijn invloedrijke Compleat View of Episcopacy (1771), evenals twee andere werken, the Benevolence of the Deity (1784) en The Mystery Hid fromm Ages … or the Salvation of All Men … (1784), beide anoniem gepubliceerd in Londen, maar blijkbaar geschreven voor 1768. Chauncy ‘ s denken beduidend voorafschaduwde 19e-eeuwse ontwikkelingen in New England theologie.