Cesare Pavese (1908-1950) werd geboren op de boerderij van zijn familie buiten Turijn in Noord-Italië. Hij studeerde af aan de Universiteit van Turijn, waar hij een proefschrift schreef over Walt Whitman, waarmee hij een voortdurende betrokkenheid begon met Engelstalige literatuur die zou leiden tot zijn invloedrijke vertalingen van onder andere Moby-Dick, een portret van de kunstenaar als jonge Man, Three Lives en Moll Flanders. Pavese werd in 1935 kort door het fascistische regime verbannen naar Calabrië en keerde terug naar Turijn om te werken voor de nieuwe uitgeverij van Giulio Einaudi, waar hij uiteindelijk hoofdredacteur werd. In 1936 publiceerde hij een gedichtenbundel, Lavorare stanca (dwangarbeid), waarna hij romans en korte verhalen schreef. Pavese won de Strega prijs voor fictie, de meest prestigieuze prijs van Italië, voor de Maan en de vreugdevuren in 1950. Later datzelfde jaar, na een korte affaire met een Amerikaanse actrice, pleegde hij zelfmoord. Pavese ‘ s postume publicaties omvatten zijn beroemde dagboeken, essays over Amerikaanse literatuur, en een tweede verzameling gedichten, getiteld Verrà la morte e avrà i tuoi occhi (de dood zal komen en zal je ogen hebben).