het chanson de geste vertegenwoordigt de eerste manifestatie van een Franse literaire traditie, met de oudste nog bestaande geschreven tekst die dateert uit rond 1098. Dit is het Chanson De Roland, bewaard in het Oxford Manuscript Digby 23. Deze chansons, en in het bijzonder het Chanson De Roland, zijn vanaf de negentiende eeuw het middelpunt van de kritische aandacht, aangezien de theorieën over hun oorsprong, de middelen van hun compositie en verspreiding, hun relatie tot de geschiedenis en hun functie als ideologische en literaire modellen herhaaldelijk zijn geconstrueerd en gedeconstrueerd. Of we nu de visie van Gaston Paris in de late negentiende eeuw aannemen en de chansons de geste zien als werken van de collectieve verbeelding die groeide en evolueerde als onderdeel van een ontluikend nationaal bewustzijn (traditionalisme), of dat we de visie van Joseph Bédier aanhangen, die in de beginjaren van de twintigste eeuw suggereerde dat de chansons de geste bewust en spontaan werden gecreëerd door individuele dichters (individualisme), lijkt tegenwoordig relatief weinig toe te doen. Het essentiële punt om hier op te merken is dat epische teksten, door hun aard als teksten die de mondelinge/literaire kloof overspannen, onderhevig waren aan mouvance – dat wil zeggen, aan heruitvinding, vernieuwing en herschrijven. Zelfs als ze werden gecomponeerd als integrale gedichten, hun daaropvolgende verspreiding door zang en uitvoering, en door herhaald kopiëren door de jaren heen, produceerde levende teksten, open voor Transformatie en regeneratie in reactie op hun veranderende context.